Voor veel starters blijft het een grote droom, de sleutels krijgen van je allereerste eigen appartement. Maar die droom is de afgelopen jaren een stuk duurder geworden.
Terwijl de hypotheekrente schommelt en het woningaanbod voor starters schaars blijft, stijgen de prijzen gestaag door. Toch zijn er signalen dat 2026 een interessant jaar kan worden voor wie slim inspeelt op de veranderende markt.
De realiteit in 2025, hoge prijzen, weinig aanbod
Volgens het Kadaster betaalden starters begin 2025 gemiddeld zo’n € 385.000 voor hun eerste woning. Een stijging van ruim 6% ten opzichte van een jaar eerder. De gemiddelde woningprijs in Nederland ligt zelfs boven de € 470.000, een groei van ongeveer 9% in één jaar.
Voor jonge starters met een modaal inkomen is dat een stevige uitdaging. Niet alleen zijn de aankoopprijzen hoger, ook de bijkomende kosten, zoals overdrachtsbelasting, energielabels en notariskosten, drukken zwaar op het budget. De combinatie van hoge prijzen en beperkte keuze maakt de zoektocht naar dat eerste appartement soms frustrerend.
Waarom lastiger blijft om in te stappen
De woningmarkt kampt nog altijd met een groot tekort aan betaalbare appartementen. Projectontwikkelaars bouwen wel, maar vaak in het duurdere segment. Daarnaast zorgt de rentestand ervoor dat veel starters minder kunnen lenen dan ze eigenlijk zouden willen.
Een ander probleem is de concurrentie, doorstromers met overwaarde hebben simpelweg meer financiële slagkracht. Hierdoor vissen starters vaak achter het net, zeker in populaire steden zoals Amsterdam, Utrecht en Haarlem.
Wat kunnen starters verwachten in 2026?
Er gloort echter wat hoop aan de horizon. Analisten verwachten dat de woningprijsstijging in 2026 iets zal afvlakken, mede door een stabilisatie van de hypotheekrente en overheidsmaatregelen om starters beter te beschermen. Denk aan ruimere startersleningen, een hogere NHG-grens (Nationale Hypotheek Garantie) en initiatieven om meer kleinere woningen te bouwen.
Toch zullen de prijzen niet plotseling kelderen. De verwachting is dat de gemiddelde woningwaarde in 2026 met nog eens 2 à 3% stijgt. Dat betekent dat een appartement van € 385.000 volgend jaar rond de € 395.000 à € 400.000 kan kosten.
Voor starters betekent dit dat timing en voorbereiding cruciaal zijn. Wie zijn financiën goed op orde heeft, kan profiteren zodra er meer aanbod op de markt komt.
De toekomst, hoopvol maar uitdagend
De huizenmarkt blijft krap, maar de kansen keren langzaam terug voor starters die zich goed voorbereiden. Met slimme keuzes, financiële discipline en een realistische blik kan 2026 het jaar worden waarin de eerste stap naar een eigen woning eindelijk lukt.
De sleutel ligt niet alleen in sparen, maar in strategisch denken, weten waar de markt naartoe beweegt, en klaarstaan om toe te slaan wanneer het juiste appartement opduikt.
Hoe beleid en trends de kansen kunnen veranderen
De overheid beseft inmiddels goed dat starters het moeilijk hebben. Daarom worden er verschillende maatregelen voorbereid om de instap op de woningmarkt in 2026 iets soepeler te maken. Zo wordt er gesproken over versoepeling van leenregels voor duurzame woningen, waardoor je mogelijk iets meer kunt lenen als je een energiezuinig appartement koopt. Daarnaast willen meerdere gemeenten meer nieuwbouwprojecten reserveren voor starters, met lagere instapprijzen en minder concurrentie van beleggers.
Het wordt in 2026 niet makkelijker maar wel een jaar van realistische kansen. De druk op de markt neemt iets af, de regelgeving helpt iets meer, en de focus op betaalbare nieuwbouw kan eindelijk wat lucht geven. Door te begrijpen wat je kunt lenen, waar de betaalbare opties liggen en welke regelingen er speciaal voor starters zijn, zet je de juiste stap naar jouw eerste eigen woning.
Lees verder…
Waarom een woninginspectie jonge kopers geld bespaard
Voor veel jonge mensen is het kopen van een huis een droom die uitkomt zeker in een krappe woningmarkt. Maar juist in die haast vergeten veel kopers iets cruciaals, een woninginspectie.
De verborgen kosten bij woningverhuursites
Woningverhuursites spelen een steeds grotere rol in de zoektocht naar een huurwoning. Maar schuilt er achter dat gebruiksgemak niet een wirwar van verborgen kosten?
